Feesten en beesten
Het gaat weer goed met Nederland. We geven weer meer uit. Wij, de consument, besteedden meer aan goederen en diensten.
De vergelijking is gerelateerd aan 2014 en komt van het CBS.
Hoe komt dat nou, want om me heen hoor ik nog steeds mensen klagen over hun situatie. Huizenprijzen schieten omhoog behalve dan die van mijn buurman, die staat al meer dan 2 jaar te koop.
Niet te negatief want cijfers liegen niet. We gaan meer met het openbaar vervoer, we gebruiken meer gas.
Hoe meer we eten, consumeren, hoe beter het lijkt te gaan met de economie.
Ik ben bang dat het CBS die deze resultaten genereren omgekocht zijn. In de zorg gaat het nog steeds niet goed. Ouderen en zieken wachten nog steeds op adequate hulp. Mantelzorgers worden zelf ziek en voelen zich doodongelukkig.
Dagelijks verliezen nog steeds horden mensen hun baan, behalve Teeven dan, want die is weer terug. “Ik wil werken voor mijn geld”, is zijn welgemeende motivatie.
Neem van mij aan dat alle Nederlanders willen werken voor hun geld, maar dat zij niet, zoals Teeven, vanuit een riante positie dit ook waar kunnen maken.
Laten we de pret niet drukken en vooral de ogen sluiten voor de zaken die niet goed lopen.
Ik ben blij met dit positieve bericht en neem me voor wat vaker mijn kinderen te vertellen dat de crisis voorbij is.
Wellicht dat ik dan een antwoord krijg: “Was er een crisis dan?”
De crisis heeft ons niet echt geraakt, we zijn de dans ontsprongen. Ze hebben onze deur overgeslagen, maar bij de buren is dat anders.
De deurwaarder die het huis laat ontruimen. De ontredderde gezichten. De straat gevuld met privé bezittingen en ontgoochelde buren.
Ik geef de buurvrouw een onwennige hand en weet haar voornaam niet eens.